Een kringverjaardag. Iris buigt zich over mijn schoot om haar kop thee op het tafeltje aan de kant van de bank waar ik zit te pakken. Waarom vraagt ze het niet gewoon denk ik terwijl ik naar haar rug, haar nek, haar donkere haar over mijn benen kijk. Raken haar borsten mijn rechterbeen of haal ik mij dat in mijn hoofd? Ja, dat doen ze!
Iris zit weer recht, mijn lid groeit en daarom sla ik mijn rechterbeen over mijn linkerbeen. Ik doe of het de normaalste zaak van de wereld is dat ze over me heen boog dus ik schenk er geen aandacht aan. Tegelijkertijd spijt me dat. Wat kan ik anders? Meisjes zijn kampioen in ambiguïteit. Zal ik? Zal
Ik mijn linkerarm over de bankleuning leggen, niet tegen haar schouders maar wel zo dat ze er tegenaan zou kunnen leunen?
Ik rek mij uit, beweeg naar achteren en leg mijn arm over de leuning en begin een gesprekje met Arie die mij geen donder interesseert maar op zijn telefoontje zit te kijken waardoor ik niet in een conversatie hoef in te breken. Iris beweegt schijnbaar zonder reden, enthousiast in gesprek met Belle, naar voren, blijft zo een paar seconden zitten, leunt weer achterover en zegt verontschuldigend; ‘oh sorry’ als ze met haar nek tegen mijn arm komt. Ik haal mijn arm pratend tegen Arie weg en Iris leunt nu echt naar achter.
Ik heb het wel gehad.