Snikheet

‘Mijn bloed stroomt niet goed. Daarom voel ik mij niet lekker.’

Hij zit op een bankje in de zon en neemt een teug water uit een petflesje. Hij heeft mij net verteld dat hij zich zo lamlendig voelt. Niet geestelijk, hij is niet depressief of zo maar hij komt nergens toe. Corona kan het volgens hem niet zijn. Dat is een hoax, verzonnen om de mensen klein te houden. Nee, het moet zijn bloed zijn. Hij heeft het al een paar jaar. Daarom drinkt hij nu veel water. ‘Mijn bloed moet dunner worden. Het stroomt te traag. Ik voel het in mijn gezicht. Voel maar, warm toch?’

Kees heeft geen koorts maar zijn gezicht is inderdaad wat rood. ‘Ik kom niet vooruit. ’s Ochtends ben ik zo moe als een hond terwijl ik ’s nachts echt totaal van de wereld geweest ben. Het is vervelend. Het sleept en sleept en sleept. Toen ik het in het begin voelde dacht ik dat het aan het weer lag. Drukkend warm, ja, dan snap je het wel, maar het is het bloed.’

‘Wie heeft je dat verteld Kees?’

‘Niemand. Ik kan toch zelf nadenken? Ik heb geleerd om naar mijn lichaam te luisteren. Doktoren, ze doen maar wat. Ja, tumoren wegsnijden, breuken zetten, slagerswerk, dat kunnen ze wel. Het zijn eigenlijk veredelde bouwvakkers. Renovatiewerkers meer. Daar is kunde voor nodig, heel veel oefening, maar dit, wat weten ze nou?

Weet je, er gaan heel veel mensen jong dood, aan de gekste dingen. Als ze niet kunnen snijden dan kunnen ze niets.’

Ik luister naar Kees en weet het zelf ook niet. Ik denk dat Kees niets bijzonders onder de leden heeft maar het zelfverzonnen trage bloed dat hem iets geeft waar hij zelf iets aan denkt te kunnen veranderen roept een gevoel van bewondering op. Niet dat ik zelf zo zou willen denken maar waar ik dit soort lichamelijke ongemakken gelaten over me heen laat komen ziet Kees een missie.

Ik bedenk me. Nee, ik ben blij met mijn gelatenheid. De missie is vermoeiend. Missie kent geen grenzen. Missie vervreemd.

Ik ga gelaten naast Kees zitten. Hij heeft nog een flesje water voor me. Het is snikheet. Ik voel me lamlendig. De houding waarin ik zit is fijn. Dromerig luister ik naar Kees. Het kan me allemaal niets schelen. Het water is koel en straks sleep ik mij wel weer naar de bank in mijn woonkamer. Niet ver hier vandaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *