Wat alles veranderde

Tevreden zat hij op zijn fiets. De voordrachtmiddag mocht hij een succes noemen. Een bekende uitgever had zelfs interesse in zijn werk getoond!

Jaren, ondertussen kon hij beter decennia zeggen, schreef en las hij, zoekend naar zijn eigen stem. Las hij veel Bilderdijk, dan dichtte hij als Bilderdijk, maar nooit zo onderscheidend. Las hij Trakl, dan neigde hij naar zijn stijl. Las hij Nijhoff, één van de Marsmannen of zelfs Nasr, dan werd hij als hen, maar dan minder. 

Hij realiseerde het zich en publiceerde dan ook niet. Voordrachtavonden liet hij verstek gaan. Hij zat thuis en ploeterde verder.

Zijn buurmeisje werd tien jaar en de buurman had hem gevraagd een gedichtje voor haar te schrijven. Dat deed hij met genoegen. Hij probeerde zich in het kind in te leven en toen hij het aan de familie voordroeg was er veel plezier geweest. Van het een kwam het ander en zo leverde hij in de herfst gedichten met het thema herfst aan de school waarop het meisje zat. Van de school ging het over naar de bibliotheek in de buurt en nu dus een middag speciaal rondom zijn recente jeugdgedichten in de hoofdvestiging in de stad.

Die avond zat hij tevreden in zijn stoel een glaasje cognac en een kop koffie te drinken. Op zijn telefoon kwam een NOS-bericht binnen. Een landelijk bekend actievoerder was na een bijeenkomst neergestoken en overleden. De vermoedelijke dader had men kunnen overmeesteren. Er waren beelden van de aanval die als schokkend ervaren konden worden.

Hij bekeek de beelden en tot zijn ontzetting herkende hij in de aanvaller zijn broer. Er was niets ‘vermoedelijks’ aan de dader. Het was volstrekt helder.

Geschokt bleef hij in zijn stoel zitten. Mensen zochten al snel contact met hem via sociale media, de berichten-apps en er werd ook al snel voortdurend gebeld. Hij reageerde nergens op.

Hij staarde naar zijn jas die nog over de eetkamerstoel hing. Hij keek naar de zalige onwetendheid van die middag. Hij keek naar het spannende, verwachtingsvolle van hem met die jas op de fiets. 

Hij wist dat alles ander zou worden.

En nu?

‘Ik lees het u voor;

“Ik heb gevraagd en gekregen. En nu?

Het is een vreemd verhaal en ik zal het in een paar zinnen proberen samen te vatten.

Ik zat in de trein. Regenvlagen douchten tegen de ruiten. Het was donker weer. Als er een prijs voor troosteloosheid zou bestaan had die dag de prijs gewonnen. Als ik die prijs namens de dag in ontvangst had mogen nemen had het mede namens mezelf geweest. Dat had de jury mij wel gegund.

Mijn broek kletsnat van de fietstocht naar het station. Geen zakdoekjes bij me om mijn lange natte haar en mijn bril wat droger te maken, obstipatie en beginnende keelpijn.

Ik moest werken

De multimiljonair Nole Scum plaatste weer eens een bericht op zijn sociale media platform. Ik liet hem weten dat ik zijn berichtje interessant vond en vroeg hem of hij niet vijf miljoen voor mij had om mijn miserabele leven wat op te vrolijken. Flauw natuurlijk. Aandachtvragerij ook. Ik haalde het bericht weer weg. Je gaat gekke dingen doen als je je niet goed in je vel voelt zitten.

Weken gingen voorbij. Het leven hield z’n gang. Miserabel wisselde af met zonnig, ook bij mij. 

Ik zat op het toilet toen ik mijn saldo op de bank-app checkte. Er stond een enorm bedrag op. Het cijfer vijf, twee nullen en dan nog een paar duizend als kleingeld dat ik gewend was aan het einde van de maand op mijn rekening te zien.

Ik vond het idioot. Ik wist natuurlijk gelijk waar het vandaan kwam maar dat viel voor mij aan de hand van de organisatie die vijf miljoen euro op mijn rekening gestort had niet te traceren. 

Als het een verhaal zou zijn dan zou het een slecht verhaal zijn. Alleen al niet goed doordacht. Welke miljardair zou er nou zomaar veel geld overmaken als er om gevraagd werd? 

Ik deed ‘mijn ding’ en begon aan de dag. Een bedankberichtje aan Scum sturen? Ik deed het maar niet. Liefst negeerde ik wat er gebeurd was. Nu hebben van het geld bracht alleen maar het gênante berichtje in herinnering. Ik voelde er geen blijdschap bij.

Tegen de avond besloot ik het geld terug te storten. Ik had me een moment enorm aangesteld en de vruchten daarvan wilde ik niet proeven. 

Opgelucht zag ik dat mijn saldo weer in normale cijfers was. Ik besloot het in een verhaaltje op te schrijven.

Drie dagen later, het verhaaltje was er nog niet van gekomen, bestelde ik een boek via internet en werd bij de betaling naar mijn bank-app geleid. Het saldo deed mij schrikken. Nu een tien, twee nullen en nog wat duizend aan kleingeld. 

Ik durfde het bedrag niet weer terug te storten en zelf houden vond ik nog steeds geen optie. Het geld kwam oorspronkelijk nog steeds voort uit zielig gedrag. 

Ik zit nu vijf weken met het geld op mijn rekening. Mijn abonnement op het sociale platform heb ik opgezegd en ik voel me eenzaam. De belastingopgave zit er aan te komen en…”

Dat is het. Meer staat er niet inspecteur.’

‘Hij leed aan neerslachtigheid…’

‘Dat kunnen we nu wel concluderen ja. Moet ik zijn bankrekening controleren?’

‘Daar beginnen we mee.’